Een terugslagklep voorzien van een veer of contragewicht opent wanneer er een bepaald statisch drukverschil (druk stroomopwaarts minus druk stroomafwaarts van de klep) tot stand is gebracht.
Hierdoor ontstaat een openingskracht (drukverschil x doorsnede van de klep), die inwerkt tegen de sluitkracht.
Wanneer de openingskracht groter is dan de sluitkracht, wordt het klepelement geopend (openingsdruk). De benodigde openingsdruk is afhankelijk van de veerspanning of het gewicht van het contragewicht, de plaats van installatie en de grootte van de terugslagklep.
Bij het opstarten van de installatie zal er eerst statische druk ontstaan tussen de drukgenerator en de terugslagklep.
Zodra de openingsdruk is bereikt en groter is dan de sluitkracht, begint de volumestroom.
De druk stroomopwaarts van de terugslagklep daalt, zodat de sluitkracht weer groter is dan de openingskracht, waardoor de klep sluit.
Dit proces herhaalt zich totdat de volumestroom groot genoeg is, zodat, door het extra dynamische drukverschil, de sluitkracht niet langer groot genoeg is om de klep te sluiten.
Afhankelijk van de volumestroom opent de terugslagklep geheel of slechts gedeeltelijk. Bij gedeeltelijke opening, d.w.z. bij een gereduceerde volumestroom, kan klapperen optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de impact van de klep op de zitting. Mogelijk is er in plaats van gekletter een hoogfrequente bromtoon te horen.
Een onophoudelijk lawaai is een zeker teken van te grote terugslagkleppen; de klep is niet optimaal gekozen om aan de eisen van de installatie te voldoen.
Het is niet mogelijk om een klep met een kleinere nominale afmeting te gebruiken als het drukverlies bij volle belasting te groot zou worden.
Soms is het geluid alleen hoorbaar tijdens het starten of het stoppen of alleen bij gedeeltelijke belasting.
Dan is de klep alleen voor deze bedrijfsfasen overgedimensioneerd en kan het probleem wellicht worden opgelost door de sluitkracht te verminderen, bijvoorbeeld door een zwakkere veer of een kleiner contragewicht te gebruiken.
Er kan wellicht een klep gebruikt worden zonder veer - in verticale pijpleidingen met opwaartse stroming.